(1) 1. Vervloekt zijn de twee handen van Aboe Lahab en vervloekt is hij!
(2) 2. Hij zal geen nut hebben van zijn weelde en zijn kinderen!
(3) 3. Hij zal in een vuur branden met laaiende vlammen!
(4) 4. En ook zijn vrouw, die het hout draagt.
(5) 5. Om haar nek is een touw van palmvezels gebonden.